Verhaal van een Arts – Ouder Grenzen
‘Ik heb langzaam het gevoel dat ik mij naar de praktijk sleep, elke dag voelt een beetje als een gevecht, dat ik maar net kan winnen. Als een patiënt tegenover mij zit gaat het wel, daar krijg ik wel energie van, maar verder voelt het zwaar.’
Ze was mede-praktijkhoudster in een duo-praktijk. Ze was dit al vanaf het begin, eigenlijk direct na haar opleiding, zo’n 15 jaar geleden. Haar toenmalige maat was ineens uitgevallen, gelukkig vond ze snel iemand anders, met wie ze nu 10 jaar de praktijk runde. Nadat ze dit hardop had uitgesproken werd ze even stil… voor zich uit kijkend zei ze ‘eigenlijk run ik de praktijk nog steeds alleen…’ Ze zei het zachtjes en bedeesd, alsof het spannend was. Spannend om het harder uit te spreken. Ze kneep haar lippen op elkaar en ademde een keer diep in en uit. Bracht haar schouders weer naar beneden. Daarna feller; ‘en dat wil ik dus niet meer, maar het lukt me niet.’
Ze had in al die jaren verschillende taken die horen bij praktijkhouderschap aan haar maat willen overdragen; personeel, de praktijkmanager aansturen, werkgroepen, overleggen met de HAGRO. Ze ging het wel bespreken, maar het leek of ze uit elke bespreking met meer werk kwam. Want als ze over personeel ging praten, ging het uiteindelijk over zijn probleem met een assistente, dat zij vervolgens moest oplossen. Ze had het gevoel alsof ze in een closed loop kwam in deze gesprekken.
Een thema hierin bleek uiteindelijk dat zij haar grenzen iedere keer opschoof. Ze was opgegroeid als oudste in een beetje disfunctioneel gezin. Ze had al jong de verantwoordelijkheid op zich genomen voor het welzijn van haar jongere broertjes. Deze vroege verantwoordelijkheid had van haar een perfecte huisarts gemaakt. Maar dit patroon voerde ze door in alle relaties. Dit was haar overlevingsstrategie geworden.
Ze kon zich in haar hoofd van tevoren van alles voornemen, wat ze van haar maat wilde, maar in het daadwerkelijke gesprek gebeurde er iets in haar. Hij ging over iets klagen en zij schoot in oud gedrag. Ze ging zorgen, redden, vergat haar eigen punt. Vergat dat zij ook ruimte in mocht nemen.
Zij begreep deze dynamiek heel goed, ze had er zelfs eerder coaching op gehad, toen alle kwartjes gevallen waren was dit traject afgesloten. Maar waarom lukte het dan niet?
‘The body keeps the score’, ook hier. In deze gesprekken werd iets aangeraakt wat haar lijf deed herinneren aan vroeger, toen zij zichzelf verantwoordelijk maakte voor het gezin. En hoe meer stress, hoe sneller haar lijf in de ‘survival stand’ ging. Ze begreep de theorie, maar haar lijf deed toch niet mee.
Eerst moest haar lijf leren dat ze ruimte in mocht nemen, dat het niet alle verantwoordelijkheid hoefde te dragen, dat de ander dat ook kan en in dit geval zelfs moet. Fysiek ging ze leren dat ze grenzen aan mocht geven, dat het okay was. We hebben wat ‘gevochten’ samen. Waar ze zich eerst steeds liet wegduwen, leerde ze uiteindelijk krachtig ‘nee’ te zeggen. En daar ook helemaal okay mee te zijn. Met deze houding ging ze de gesprekken aan met haar collega. Ze bleef stevig staan – zonder rigiditeit, hierdoor moest er iets in de relatie schuiven. Haar maat pakte het gelukkig uiteindelijk op, hij bleek ook uit hun patroon te kunnen stappen, nadat ze kort gezamenlijk werden gecoacht.
Nu de druk uit haar lijf ging, kon ze het plezier van het werk weer ervaren. Ze werd lichter.